In het land der zienden is Tweeoog koning |
Zien is meer dan ogen alleen Ons wonderbaarlijke gezichtsvermogen heeft nog lang niet al haar geheimen prijsgegeven. Neem bijvoorbeeld het mysterie van kleuren zien. Licht is slechts het voor ons zichtbare deel van het spectrum van elektromagnetische golven. De verschillende golffrequenties openbaren zich voor onze waarneming als verschillende kleuren. In het netvlies bevinden zich drie soorten kegeltjes. Die het gevoeligst zijn voor rood, groen en blauw licht. Met lichtbundels van deze drie kleuren worden alle kleuren van ons spectrum voor onze geest getoverd. Wij zien echter ook bruin en andere kleuren, die niet in dit spectrum voorkomen, noch met die drie lichtbundels kunnen worden samengesteld. En daar hebben we dan het eerste mysterie. Onze hersenen kunnen blijkbaar roeien met riemen, die ze niet hebben! Onze ogen lijken slechts gedeeltelijk op camera's. Weliswaar worden op ons netvlies beelden gevormd. Maar onze hersenen gebruiken die niet als zodanig. Met de fovea het centrale plekje van ons netvlies wordt de omgeving afgetast en gecodeerd als zenuwimpulsen doorgeseind naar onze hersenen. Nu worden daar niet simpelweg beelden op een scherm geprojecteerd en door onze geest bekeken. Je ziet wel met je hersenen, maar niet in je hersenen. Als je met een hamer op je duim slaat, dan krijg je geen hoofdpijn, maar wordt alle pijn in je duim geprojecteerd. Zo worden ook alle beelden terug geprojecteerd naar je omgeving. Daar kijkt je geest. Wat wij zien, lijkt meer op de werkelijkheid, dan op onze netvliesbeelden. Als je de foto van een landschap vergelijkt met dat landschap zelf, dan lijken alle verre voorwerpen naar verhouding op de foto kleiner dan in het echt. Als je in het landschap kijkt, handhaven onze hersenen tot op zekere hoogte alle natuurlijke proporties. Zodoende is het perspectief in werkelijkheid minder uitgesproken dan op een foto of op ons netvliesbeeld. Hersenen kunnen beelden verplaatsen en vervormen. Dit komt van pas bij stereoscopie, zoals verder blijkt. In de primaire visuele hersenschors worden wellicht niet echt beelden geprojecteerd, maar worden we ons gecodeerd bewust van kleur, vorm en beweging. In de secundaire visuele hersenschors verschijnt de interpretatie tot voorwerpen. Verderop ontstaat de verbinding met onze andere zintuigen en de verwerking van alle visuele informatie. Ogen zijn deel van een ingenieus computersysteem. De proef op de som We gaan nu een aantal factoren van onze visualiteit in ogenschouw nemen. Houd een afstand van ongeveer 40 cm van het scherm. Zie je 2x een A en 2x een B? En 2 stellen, die elkaars spiegelbeeld zijn, van elk 2 concentrische ringen, met in de binnenste ringen het woordje CLEAR ? Zie je alle vier de ringen in 1 vertikaal vlak? Kijk nu naar slechts 1 stel ringen. Kun je je voorstellen Dat beide ringen in 1 vertikaal vlak liggen? Dat de binnenste ring verder weg staat? Dat de binnenste ring dichterbij staat? Onze hersenen zijn in staat om een plat plaatje plat of in verschillende standen ruimtelijk te interpreteren. Zo wordt zelfs door een eenogige de werkelijkheid ruimtelijk geïnterpreteerd. Maar nu gaan we echt stereo zien en wel zonder stereoscoop. Houd een vinger tussen je ogen en het scherm in en wel iets lager dan de ringen. Blijf naar die vinger kijken. Zie je die vinger steeds enkelvoudig? Kijk nu over de (enkelvoudige!) vinger naar de ringen. Zie je nu 4 stellen ringen? Beweeg nu je (enkelvoudige!) vinger zover van je af of naar je toe, dat de middelste stellen ringen in het midden samensmelten. Zie je nu dus 3 stellen ringen? Blijf naar het middelste stel ringen kijken. Blijft het middelste stel ringen 1 geheel? Ook als je de vinger wegneemt? Kun je de middelste stellen ringen ook laten samensmelten zonder je vinger te gebruiken? Blijft het middelste stel ringen 1 geheel. Ook als je je hoofd naar of van het scherm beweegt? Let er trouwens eens op, wat voor interessante beelden er kunnen ontstaan op de momenten, dat de stellen uiteenwijken of samensmelten! Maar nu het stereoaspect. Staat de binnenste ring verder weg dan de buitenste? Is het beeld nu zo duidelijk stereo, dat je je niet meer kunt voorstellen, dat de binnenste ring dichterbij staat? Kun je de voor- achterwaartse afstand tussen de ringen schatten? Lopen beide ringen nu precies parallel? Zijn ze beide keurig circelvormig gebleven? Er is nu in je hersenen iets gebeurd, waar we meestal niet bij stil staan. Twee verschillende, in principe platte beelden, zijn samengesmolten tot één ruimtelijk beeld, waarvan de projectie in het verticale vlak duidelijk verschilt van elk van de oorspronkelijke platte beelden. De hersenen hebben dit niet gedaan door gedeelten van beide beelden te onderdrukken en de rest als een legpuzzel in elkaar te zetten. (Een proces waarvan ze overigens wel gebruik maken bij veel grotere diepte verschillen. Kijk maar om je heen, dek af en toe even een oog af en zie, wat er allemaal gebeurt!) Anders zou de buitenste ring een of ander ovaal zijn geworden! Nee! Terwijl de beelden van de binnenste ring op elkaar blijven liggen, schuiven de beelden van de buitenste ring naar elkaar toe. Niet door oogbewegingen, want beide ogen blijven gefixeerd op het woordje CLEAR in de binnenste ring, maar door beeldverschuivingen in de hersenen. Kijk nu naar bovenstaand tweede figuur en pas hierbij dezelfde methodieken toe. Staat nu juist de binnenste ring dichterbij? Stel jezelf ook weer de overige vragen. Speel verder naar hartenlust met beide figuren. Pas zodra je alle vragen met ja kunt beantwoorden en alle kunstjes moeiteloos en ontspannen kunt uitvoeren, mag je jezelf een gediplomeerd tweeogige noemen. Zo niet, dan bestaat de kans, dat je bent behept met een al dan niet latent scheelzien, een in meer of mindere mate lui oog of een andere visuele stoornis. Mijn eigen ervaringen Nu moet ik eerlijk bekennen, dat ik ook nog niet alle trucjes beheers. Gekruist samensmelten kan ik alleen als ik niet scherp stel. En in alle standen blijven de ringen meestal excentrisch zoals mijn linkeroogbeeld. Afstand schatten blijft een gok, al zie ik nu fraai stereo. Ik heb dan ook een latent scheelzien naar binnen toe. Plus een met harde lenzen gecorrigeerde fikse verziendheid, met een behoorlijk astigmatisme. Ik heb mijn kinderjaren grotendeels als een cycloop doorgebracht, zij het dat het arendsoog links zit en het rechteroog aards lui was, ja bijna blind. Ik kon het alleen gebruiken om mijn gezichtsveld te verruimen, maar met het linkeroog gesloten, zag ik slechts een soort zwaar besneeuwd TV beeld en knalde ik overal tegenop. Nu hangt de zichtscherpte af van het beste oog. Het diepte zien wordt beperkt door het slechtste oog. Met alle gevolgen van dien. Ballen ving ik dan ook hoogstens met mijn neus. Op het sportveld en in de gymzaal was ik een super onhandig jochie. Met een inadequaat visueel systeem ontwikkelt ook je motoriek zich slecht, met eveneens negatieve gevolgen voor het psychosociaal functioneren. Schele mensen hebben een scheef lichaamsbeeld. Bij een eenogige wordt niet alleen de visuele schors kortgesloten, maar ook sommige sensomotorische banen. Dankzij al vroeg pianospelen, heeft mijn linkerhand gelukkig toch nog geleerd wat mijn rechterhand doet. Nu schijnt het gemakkelijker te zijn om je als een echte eenogige te ontwikkelen dan met een lui oog, want dat fungeert als stoorzender. Je ziet scherp en je ziet alles. Dus waar maak je je dan nog druk over? Nou ja, over diepte zien. Je ziet wel iets van diepte. Of je hersenen verzinnen zoiets en dat vertrouw je dan. En zo kreeg ik een letterlijk onzichtbare, maar wel duidelijk merkbare handicap in de maag gesplitst. Aan (over)compensatie gelukkig geen gebrek. Zo leer je uiteindelijk wel je weg vinden. Zolang je tenminste met beide benen op de grond staat. Maar met autorijden... Het was niet zozeer: 'Blij dat ik rij., maar meer: 'Leuk van die deuk.'. Minstens eenmaal per jaar total loss bij lage snelheden. Tja, dat heb je ervan als je geen verschil ziet tussen een rijdende en een stilstaande auto. En als je dat zelf niet in de gaten hebt. Nu had ik als kind al door, dat er blijkbaar iets aan mijn gezichtsvermogen mankeerde. Dankzij ontstekingen is het afplakken van mijn goede oog gelukkig mislukt. Anders had ik nu minstens twee goede gehad en misschien ook wel lees- en/of andere leerproblemen. Toen ik een jaar of zeven was, zei een oogarts: 'Tja, dat rechteroog doet helemaal niet mee. Maar je bent nu veel te oud, dus er is niets meer aan te doen.' In mijn tienerjaren las ik wat alternatieve boekjes en deed ik op eigen houtje wat oogoefeningen. Waarschijnlijk toch wel met enig succes. Tijdens mijn studie probeerde ik de testbatterij van de scheelzien afdeling op mezelf uit. Heel interessant. Ik zag, dat mijn stereo niet veel voorstelde. Ik greep prompt naar de verkeerde vlinder. Een lichtpuntje was, dat beurtelings zowel het olifantje als het tonnetje verdween, zodat blijkbaar ook het luie oog in staat was om het andere oog te onderdrukken. Ik heb altijd al een gloeiende hekel aan brillen gehad. In mijn tienerjaren had ik dan ook slechts jeugdpuistjes op mijn gezicht. Pas toen ik rond mijn dertigste harde contactlenzen kreeg, ging mijn gezichtsvermogen een stuk vooruit. Het visuele feest begon pas goed, toen ik op mijn 36-ste bij een optoloog belandde. Die vertelde van een 45-jarige man die in twee jaar tijd een even lui oog als het mijne weer helemaal aan de praat had gekregen. Compleet met symmetrisch stereo zien. Bij hem kwam de ouderdom niet met gebreken. Maar kwam het verstand met de jaren. Dus ik naar huis met touwtjes, balletjes, flikkerlampjes, prisma's, stereoplaatjes, een evenwichtsplankje, een leesbril (ik de pest in natuurlijk), een planbril met een afgeplakt centrum voor het linkeroog (met volledig afplakken corrigeer je het scheelzien niet en leer je de ogen niet samenwerken), ontspanningsoefeningen voor nek en schouders en nog meer. Ruim een jaar geleden ben ik begonnen en geleidelijk vooruitgegaan. Werelden gingen voor mij open. Ik ontdekte een soort stereobalansregelaar in mijn hersenen, waarmee ik naar willekeur het linker- of het rechteroogbeeld kan versterken of 'infaden' als bij filmbeelden. Stukje bij beetje veroverde het rechteroog terrein bij het invullen van de legpuzzel. De sneeuw verdween van het rechteroog, dat nu nog een zwakke fovea heeft, maar dat nu al de kleinste lettertjes van de krant kan lezen. Het meeste geniet ik nog van mijn nieuwe stereo zien. Dit verbeterde trouwens vorige maand op slag spectaculair na het zien van de 3D films op de kermis. Je zit een polaroid brilletje op en ieder oog ziet een van beide over elkaar heen geprojecteerde beelden. Treinen rijden over je heen, rotsblokken vallen bovenop je en bierflesjes spatten op je gezicht kapot. En wegduiken helpt niet, want waar je ook heen gaat, de beelden blijven je achtervolgen. Je kunt hoogstens één oog dichtknijpen. Dankzij mijn verhelderde blik, heb ik het afgelopen jaar geen blikschade gehad. Ik zie nu het verschil tussen een rijdende en een stilstaande auto. Maar achteruit parkeren kan ik nog niet zonder de stoeprand te rammen. Visuele stoornissen en nekklachten gaan vaak samen. Er is een wederzijdse beïnvloeding. Tweeogigen kijken met hun neus, maar ik keek altijd met mijn linkeroog. Een manueel therapeut constateerde dan ook een flinke verdraaiïng van mijn atlas, die gelukkig vlot kon worden verholpen. Optologie en geneeskunde Nu ben ik zeker geen optologiefanaat. Als ik een en ander niet aan den lijve had ondervonden, dan stond ik hier misschien niet eens. Nu hebben vele specialisten een of andere oefentherapeut als rechterhand. De orthopeed heeft de fysiotherapeut De KNO-arts heeft de logopedist De oogarts heeft de orthoptist en de optoloog Ja, was dat laatste maar waar! Als enige oefentherapie wordt de optologie nog niet door de ziektekostenverzekeringen vergoed, al is die therapie al meer dan 80 jaar oud en heeft ze bewezen in vele gevallen een onmisbare aanvulling te zijn op o.a. de oogheelkunde. Het is zeker de moeite waard om bij een beginnende bijziendheid géén minbril voor de verte, maar een lage plusbril voor dichtbij voor te schrijven. Bij verziendheid wordt altijd een volledig gecorrigeerde plusbril, zelfs bij kinderen eventueel bifocaal, voorgeschreven. De ogen ontspannen zich dan zodanig, dat de refractie afwijking wordt gereduceerd. Met deze verhandeling heb ik jullie niet zozeer trachten vol te pompen met feitenkennis, maar eerder stof tot nadenken willen mee geven. Houd één ding vooral goed voor ogen: Je bent nooit te oud om te leren! Leermoeilijkheden en het zien Zaterdag 1984-10-06, Den Haag Congresgebouw Lezing op symposium bij de oprichting van de Dr Getmanstichting te Rotterdam Aangepast voor deze website Sinds maart 2008 heeft Micha volwaardig zicht. |
Pagina Startpagina ◄ Artikel alleen deze website Jampotbril tot adelaarszicht Artikel ook in tijdschrift Wonderogen na staaroperatie Artikel voormalig Edacteur© Moderne oogcorrecties Accommoderende lenzen Adelaarszicht na operatie Bovenkant pagina ▲ Bovenkant pagina ▲ Bovenkant pagina ▲ Bovenkant pagina ▲ Bovenkant pagina ▲ Bovenkant pagina ▲ Bovenkant pagina ▲ Bovenkant pagina ▲ |